Tijdens de zomermaanden is de vraag naar speelruimte in natuurgebieden zeer groot. Heel veel kinderen gaan dan op kamp in de Vlaamse natuur. Jeugdorganisaties zijn elk jaar vragende partij voor meer speelruimte in de buurt van hun kamplocaties. In opdracht van Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege heeft het Agentschap voor Natuur en Bos in nauw overleg met de jeugdorganisaties 135 zomerspeelzones aangeduid.

Jongeren hebben behoefte aan meer speelnatuur. Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege pikte daar vorig jaar al op in. “Jongeren moeten op een toffe en gemakkelijke manier kennis kunnen maken met natuur. Jeugdkampen zijn daar ideaal voor. Ik heb dan ook het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) gevraagd om het aanbod van vorig jaar in overleg met de jeugdorganisaties te evalueren en waar nodig nog meer af te stemmen of hun specifieke vragen.“

Zo vroeg de jeugdsector om meer speelkansen in bossen in de nabijheid van de kampen tijdens de zomervakantie. In deze periode gaan er zo’n 150.000 Vlaamse kinderen en jongeren met hun jeugdbeweging op kamp. De zomerspeelzones moeten het aanbod aan permanente speelzones versterken. Zomerspeelzones kunnen niet het hele jaar opengesteld worden (bv. omdat tijdens het voorjaar rust nodig is voor broedende vogels),  maar tijdens de zomermaanden kan dat wel.  Naast het permanent aanbod aan speelzones zijn er bijkomend zo’n 135 zomerspeelzones . Dat betekent dat er in de zomer in totaal 650 speelzones beschikbaar zijn.

Van de bijna 600 officiële kamphuizen heeft nu ongeveer één derde een speelzone binnen een straal van 1 kilometer. Binnen een straal van 3 kilometer hebben 449 van de 586 of drie kwart van de kamphuizen één of meer speelzones.

Vlaams minister Joke Schauvliege: “Dit aanbod zal, samen met de jeugdsector, de volgende jaren nog uitgebouwd worden, met specifieke aandacht voor de samenwerking met lokale besturen en private eigenaars.  Belangrijk is dat de speelzones niet lukraak worden aangeduid maar dat rekening gehouden wordt met aspecten als bereikbaarheid, veiligheid en avontuurlijke speelkansen, en dat ze zo dicht mogelijk bij de kampen liggen.”